Naar inhoud springen

vouw

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 20:45 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
  • vouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vouw vouwen
verkleinwoord vouwtje vouwtjes

vouw v / m [2]

  1. lijn waarlangs iets gevouwen is, vouwlijn
vervoeging van
vouwen

vouw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vouwen
    • Ik vouw. 
  2. gebiedende wijs van vouwen
    • Vouw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vouwen
    • Vouw je? 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]