plooi
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plooi | plooien |
verkleinwoord | plooitje | plooitjes |
Zelfstandig naamwoord
- golving (in dierlijk of plantaardig weefsel)
- (geologie) golving in een aardlaag of in gesteente
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord plooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plooi' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plooien |
plooi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plooien
- Ik plooi.
- gebiedende wijs van plooien
- Plooi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plooien
- Plooi je?