voleindigen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voleindigen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vol·ein·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
voleindigen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voleindigen |
voleindigde |
voleindigd |
zwak -d | volledig |
- doorgaan tot iets helemaal klaar is
- Wie Christus deelachtig is, kan Hem niet meer kwijtraken. Waar de Heere dit werk begint, zal Hij het ook voleindigen. Dat troostte de vromen in Dordt, net zoals die in Filippi. „Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus” (Filip. 1:6). [3]
- Voleindig een antibioticakuur altijd, ook al voel je je beter. Die bekende boodschap moet op de schop, zeggen Britse artsen en onderzoekers. [4]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord voleindigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voleindigen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ voleindigen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Dr. P. C. Hoek 29-08-2018 Belijdenis van Dordt brengt tot verwondering en verwachting
- ↑ De Standaard 27/07/2017 door Maxie Eckert Antibioticakuur afmaken helpt niet in strijd tegen resistente bacteriën
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 59 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %