vogelbek
Uiterlijk
- vo·gel·bek
- samenstelling van vogel en bek [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vogelbek | vogelbekken |
| verkleinwoord | vogelbekje | vogelbekjes |
de vogelbek m
- (zoötomie) de bek van een vogel
- Het woord vogelbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vogelbek" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be