voeler
Uiterlijk
- voe·ler
- Naamwoord van handeling van voelen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voeler | voelers |
verkleinwoord | voelertje | voelertjes |
de voeler m
- iets dat of iemand die voelt
- (werktuigbouwkunde) (gereedschap) een metalen strookje met een geijkte dikte, waarmee een kleine afstand kan worden getest, voelmaat
- Controleer welke voeler niet meer tussen de elektroden van de bougie past.
2. voelmaat
- Het woord voeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voeler" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werktuigbouwkunde in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %