vleeseter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlees·eter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleeseter vleeseters
verkleinwoord vleesetertje vleesetertjes

Zelfstandig naamwoord

de vleeseterm

  1. (biologie) een vleesetend dier
  2. persoon die vlees eet en dus geen vegetariër is
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be