veste

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  veste    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ves·te

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	veste	vesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

veste v/m

1. een met muren beschermde plaats; de muren van een vesting

   • Ould-Chikh brak in het seizoen 2014-2015 door bij FC Twente, maar lang hebben ze in de Grolsch Veste niet van het talent kunnen genieten. Na dat seizoen vertrok de buitenspeler naar Benfica.  
   • De volleybalsters van Apollo 8 blijven feest vieren. De Bornse eredivisionist verloor zondag de bekerfinale tegen Sliedrecht Sport, maar werd desondanks bij thuiskomst bij sporthal De Veste onthaald met een erehaag.  

2. boulevard op geslechte stadsmuren

Synoniemen

• [1] bolwerk, vesting, stadsmuur, stadsgracht

Vertalingen

    1. een met muren beschermde plaats; de muren van een vesting   

Engels: city wall (en), fortification canal (en), stronghold (en), fortress (en),

Gangbaarheid

• Het woord veste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veste" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
56 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.