verzekeraar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeraar verzekeraars
verkleinwoord verzekeraartje verzekeraartjes

Zelfstandig naamwoord

de verzekeraarm

  1. (economie) een bedrijf dat tegen betaling van een premie een bepaald risico voor een klant dekt
    • Deze maatschappij is al vele jaren een bekende verzekeraar. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be