versnellen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versnellen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·snel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versnellen |
versnelde |
versneld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versnellen
- overgankelijk verhogen van de snelheid
- (natuurkunde) veranderen van de snelheid
Vertalingen
1. een grotere snelheid (doen) bereiken
Gangbaarheid
- Het woord versnellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "versnellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant - ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %