apresurar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·pre·su·rar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
apresurar |
apresuraba |
apresurado |
volledig |
Werkwoord
apresurar
- overgankelijk versnellen, bespoedigen, verhaasten
- opjagen, tot haast aanzetten
Synoniemen
- [1] acelerar
Verwijzingen
- apresurar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española