verdunnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
verdunnen verdunnend
verdunning verdund
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dun·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdunnen
verdunde
verdund
zwak -d volledig

Werkwoord

verdunnen

  1. ergatief dunner worden
    • Er is geconstateerd dat het laagje slijm tussen de 2 gewrichten van de hoef en been verdund is. 
  2. overgankelijk, (scheikunde) door toevoeging van oplosmiddel de concentratie verlagen
    • Hij verdunde de oplossing tienvoudig. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be