verbluffend
Uiterlijk
- Geluid: verbluffend (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈblʏfənt/
- ver·bluf·fend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verbluffend | verbluffender | verbluffendst |
verbogen | verbluffende | verbluffendere | verbluffendste |
partitief | verbluffends | verbluffenders | - |
verbluffend [1]
- heel anders dan je verwacht had
- „Deze uitkomst is verbluffend”, zegt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming. Het is de eerste keer dat de ondernemersorganisatie naar de mening van de werknemers vraagt.[2]
- Nu 2018 in zicht komt, blikken we graag even terug op onze journalistieke hoogtepunten van 2017. Er werden intrigerende, verbluffende, verhelderende, grappige, boosmakende en verdrietige verhalen geschreven; maar stuk voor stuk waren ze spraakmakend.[3]
- verbazend, imponerend, verbazingwekkend, sensationeel, opzienbarend, ongelofelijk, verbijsterend, geweldig, enorm
1.
vervoeging van: | verbluffen |
verbogen vorm: | verbluffende |
verbluffend
- Het woord verbluffend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verbluffend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf ERTAN BASEKIN 31 jan. 2018
- ↑ de Telegraaf 27 dec. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %