opzienbarend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·zien·ba·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opzien en barend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opzienbarend | opzienbarender | opzienbarendst |
verbogen | opzienbarende | opzienbarendere | opzienbarendste |
partitief | opzienbarends | opzienbarenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
opzienbarend
- geruchtmakend, sensationeel, verrassend, spraakmakend
- De nieuwe president hield een opzienbarende speech.
- De leerling haalde een opzienbarend goed cijfer voor wiskunde.
Gangbaarheid
- Het woord opzienbarend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opzienbarend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be