suda

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
sudar

suda

1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sudar
2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sudar

Turks

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / sʊˈda /

Woordafbreking

• su·da

Naar frequentie	5331

Zelfstandig naamwoord

1. in het water
2. op het water
3. te water

Zelfstandig naamwoord

suda

1. locatief enkelvoud van su

Typische woordcombinaties

   

sıcak suda pişirmek pocheren suda akıntıya kapılıp sürüklenmek afdrijven suda bekletmek doorweken suda boğulan verdrinkende (bn) suda boğulanlar de drenkelingen (meervoud) suda boğularak ölüm verdrinkingsdood suda boğulma het verdrinken suda boğulmak verzuipen suda boğulmuştu hij verdronk (ww, 3de persoon eental, verleden tijd) suda boğuluyor hij verdrinkt (ww, 3de persoon eental, tegenwoordige tijd) suda boğuluyorsun jij verdrinkt (ww, 2de persoon eental, tegenwoordige tijd) suda çalkalamak irrigeren, omspoelen, uitspoelen suda çapıldamak verzuipen suda çapıldamak op water kletsen suda çözülen basit protein türü (ook: albümin) abumine suda eritmek smelten suda eriyen tablet bruistablet suda eriyen toz halinde meyve tozu bruispoeder suda köpüren tablet bruistablet suda koşma aquajogging suda sertleştirmek afschrikken, blussen, schricken suda tavlanmış afgeschroken, geschrikt suda tavlanmış çelik gehard staal suda tavlanmış olmak afgeschroken worden, geschrikt worden suda tavlanmış ve ısıtılan çelik gehard en uitgeblust staal suda yıkamak afspoelen suda yumşatıp çözülmüş afgeweken suda yumuşatmak macereren, meuken, weken suda yüzme hassası het drijfvermogen van water