straddle
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strad·dle
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | straddle | straddles |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (financieel) een call en een put-optie kopen met dezelfde uitoefenprijs en afloopdatum
- ▸ Voor twijfelaars die nog niet zeker zijn dat de olieprijs naar beneden gaat, is er een optietrucje genaamd de straddle, ofwel de spreidstand. Handelaren spreken van een straddle als een belegger een call en een put-optie koopt met dezelfde uitoefenprijs en afloopdatum.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord straddle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "straddle" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ straddle op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Kees Kraaijeveld“Speculeren op het zwarte goud” (23 september 2000), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be