sprinkhaan
Uiterlijk
- Geluid: sprinkhaan (hulp, bestand)
- sprink·haan
- In de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- samenstelling van spring ww en haan [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sprinkhaan | sprinkhanen |
verkleinwoord | sprinkhaantje | sprinkhaantjes |
de sprinkhaan m
- (rechtvleugeligen) benaming voor insecten uit de orde Orthoptera -orde, die zeer ver kunnen springen en waarvan de meeste geluid produceren door de vleugels langs de achterpoten te wrijven
- benaming voor insecten uit de onderorde Caelifera
1. een insect van de Orthoptera-orde
|
|
- Het woord sprinkhaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sprinkhaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sprinkhaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sprinkhaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Rechtvleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %