sperzieboon
Uiterlijk
- Geluid: sperzieboon (hulp, bestand)
- sper·zie·boon
- In de betekenis van ‘soort boon’ voor het eerst aangetroffen in 1821 [1]
- samenstelling van sperzie zn en boon zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sperzieboon | sperziebonen |
verkleinwoord | sperzieboontje | sperzieboontjes |
- (plantkunde) cultivar van Phaseolus vulgaris
- (groente) peulvrucht van Phaseolus vulgaris (wikidata: sperzieboon )
1. en 2. (peul van) cultivar van Phaseolus vulgaris
- Het woord sperzieboon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sperzieboon" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sperzieboon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sperzieboon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %