slaboon
Uiterlijk
- sla·boon
- samenstelling van sla zn en boon zn , in de betekenis van ‘prinsessenboon’ aangetroffen vanaf 1746 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaboon | slabonen |
verkleinwoord | slaboontje | slaboontjes |
- (groente) peulvrucht van Phaseolus vulgaris
1. zie: sperzieboon
- Het woord slaboon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaboon" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ slaboon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "slaboon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 70 %
- Prevalentie Vlaanderen 55 %