schoorsteenveger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schoor·steen·ve·ger
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘iem. die schoorstenen schoonmaakt’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- Naamwoord van handeling van schoorsteenvegen met het achtervoegsel -er
- samenstelling van schoorsteen en veger [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoorsteenveger | schoorsteenvegers |
verkleinwoord | schoorsteenvegertje | schoorsteenvegertjes |
Zelfstandig naamwoord
de schoorsteenveger m
- (beroep) een persoon wiens werk het verwijderen van roet uit schoorstenen is
- Onze buurman is schoorsteenveger van beroep.
Vertalingen
1. een persoon wiens werk het verwijderen van roet uit schoorstenen is
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord schoorsteenveger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.