schakeling

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schakeling    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• scha·ke·ling

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van schakelen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schakeling	schakelingen
verkleinwoord	schakelingetje	schakelingetjes

Zelfstandig naamwoord

schakeling v

1. verbinding
2. wijze van schakelen of geschakeld zijn
3. (elektrotechniek), (elektronica) de manier waarop elementen geschakeld zijn (onderling verbonden zijn) tot een netwerk of circuit

Synoniemen

• circuit, elektrisch netwerk, elektronisch netwerk

Hyponiemen

   

deelschakeling driehoekschakeling geheugenschakeling handschakeling = herschakeling hotelschakeling identiteitsschakeling ingangsschakeling = invertorschakeling kruisschakeling microschakeling parallelschakeling serieschakeling = sterschakeling stuurschakeling vloerschakeling volgordeschakeling wisselschakeling

Vertalingen

    1.   

Engels: circuit (en)

Spaans: circuito (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord schakeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.