rural

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • ru·ral
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
rural more rural most rural

Bijvoeglijk naamwoord

rural

  1. ruraal, landelijk (2), van of over het platteland, plattelands-, boeren-

Gangbaarheid

100 % van de Amerikanen;
99 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   rural ruraux
  vrouwelijk   rurale rurales

Zelfstandig naamwoord

rural

  1. ruraal, landelijk (2), van of over het platteland, plattelands-, boeren-
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   rural     le rural     ruraux     les ruraux  
vrouwelijk   rurale     la rurale     rurales     les rurales  

Zelfstandig naamwoord

rural m

  1. (persoon) plattelander, plattelandsbewoner