rozebandroodmus
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ro·ze·band·rood·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rozebandroodmus | rozebandroodmussen |
verkleinwoord | rozebandroodmusje | rozebandroodmusjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Carpodacus rodopeplus een zangvogel uit de familie Fringillidae (Vinkachtigen). Deze soort komt voor in de Himalaya van noordelijk India tot zuidelijk Tibet
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'rozebandroodmus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.