rekke

Uit WikiWoordenboek
1. vrouwelijke ree (Capreolus capreolus)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rek·ke
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rekke rekken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rekkev

  1. (dierkunde) vrouwelijke ree Capreolus op Wikispecies
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

rekke v / m

  1. lange stok waar vogels op kunnen zitten

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
rekken

rekke

  1. aanvoegende wijs van rekken
Anagrammen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rek·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord rekja
Naar frequentie 1683
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rekke     m: rekken
v: rekka  
  rekker     rekkene  
genitief   rekkes     m: rekkens
v: rekkas  
  rekkers     rekkenes  

Zelfstandig naamwoord

rekke, m / v

  1. rij
Afgeleide begrippen



Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • rek·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord rekja
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rekke     rekka     rekker     rekkene  

Zelfstandig naamwoord

rekke, v

  1. rij
Afgeleide begrippen