rechthoek
Uiterlijk
- recht·hoek
- In de betekenis van ‘vierhoek met rechte hoeken’ voor het eerst aangetroffen in 1659 [1]
- samenstelling van recht en hoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechthoek | rechthoeken |
verkleinwoord | rechthoekje | rechthoekjes |
de rechthoek m
- (wiskunde) een vierhoek met vier rechte hoeken
- Een computerscherm heeft de vorm van een rechthoek.
1. een vierhoek met vier rechte hoeken
- Het woord rechthoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechthoek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rechthoek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %