vierhoek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhoek vierhoeken
verkleinwoord vierhoekje vierhoekjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhoekm

  1. (wiskunde) een geometrische tweedimensionale vorm, bestaande uit vier hoeken en derhalve ook vier zijden
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be