quote

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • quote (1)
  • quo·te (2)
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels (1) [1]
  • van het Latijnse 'quotum' (2)
1 enkelvoud meervoud
naamwoord quote quotes
verkleinwoord quoteje quotejes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord quote quoten
verkleinwoord quotetje quotetjes

Zelfstandig naamwoord

quote v/m

  1. (taalkunde) een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt
    • Volgens de quote van de buurman had hij er niets mee te maken. 
     Maar ook Malala met de wereld aan haar voeten met de quote van Beyonce er overheen: ‘Who run the world? Girls!’[2]
  2. quotum
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. quote op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  quote 
he/she/it  quotes 
verleden tijd  quoted 
voltooid
deelwoord
 quoted 
onvoltooid
deelwoord
 quoting 
gebiedende wijs  quote 

Werkwoord

quote

  1. citeren

Zelfstandig naamwoord

quote

  1. quote
  2. offerte