aanhaling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ha·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanhalen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhaling | aanhalingen |
verkleinwoord | aanhalinkje | aanhalinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanhaling v
- een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron
- Wikiquote heeft een uitgebreide verzameling aanhalingen.
- het strakker trekken van een schroefbout, touw, teugel, riem, veter, voorwaarden etc.
- het liefkozend, zachtjes naar zich toe trekken van een mens of dier
Synoniemen
- [1] citaat
- [2] aanspanning
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] citeren
- [2] besturen, knevelen, leidsel, schoot, toom, vastbinden
- [3] aaien, knuffelen, liefkozen
Vertalingen
1. een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron
2. het strakker trekken van een schroefbout, touw, teugel, riem, veter, voorwaarden etc.
3. het liefkozend, zachtjes naar zich toe trekken een mens of dier
Gangbaarheid
- Het woord aanhaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aanhaling" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %