pies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pies
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘urine’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1898 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pies | - |
verkleinwoord | piesje | piesjes |
Zelfstandig naamwoord
pies m
- een vloeistof die bij dieren door de nieren wordt geproduceerd en periodiek wordt geloosd
- Hij stond met zijn schoenen in de pies.
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
piesen |
pies
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piesen
- Ik pies.
- gebiedende wijs van piesen
- Pies!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van piesen
- Pies je?
Gangbaarheid
- Het woord pies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pies' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Pools
Uitspraak
- IPA: /ˈpʲɛs/
Woordafbreking
- pies
Zelfstandig naamwoord
pies m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | pies | psy |
genitief | psa | psów |
datief | psu | psom |
accusatief | psa | psy |
instrumentalis | psem | psami |
locatief | psie | psach |
vocatief | psie | psy |
Overerving en ontlening
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 40 %
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Dierkunde in het Pools