personeelslid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·so·neels·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van personeel en lid met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personeelslid | personeelsleden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
personeelslid o
- iemand die deel uitmaakt van het personeel
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord personeelslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.