paarsbuikparkiet
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- paars·buik·par·kiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paarsbuikparkiet | paarsbuikparkieten |
verkleinwoord | paarsbuikparkietje | paarsbuikparkietjes |
Zelfstandig naamwoord
de paarsbuikparkiet m
- (papegaaiachtigen) Triclaria malachitacea een vogel uit de familie Psittacidae (papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld). De paarsbuikparkiet bereikt een maximale lengte van circa 28 cm. De iris is oranjerood, omgeven door een grijswitte oogring
Hyperoniemen
- papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld, papegaaiachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'paarsbuikparkiet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.