Naar inhoud springen

oudoom

Uit WikiWoordenboek
  • oud·oom
enkelvoud meervoud
naamwoord oudoom oudooms
verkleinwoord oudoompje oudoompjes

de oudoomm

  1. (familie) oom van een ouder, broer van een grootouder
    • Een oudoom van mij is frater in Kenia. 
93 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be