opslag
Uiterlijk
- op·slag
- samenstelling van op en slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opslag | opslagen |
verkleinwoord | opslagje | opslagjes |
de opslag m
- berging, tijdelijke plaatsing van goederen
- De meubels zijn nog in opslag, maar we kunnen ze morgen afhalen.
- (sport) het de lucht inspelen van de bal om deze zo in het spel te brengen
- De tegenstander liet de bal uitgaan en zo kreeg hij de opslag.
- loonsverhoging
- (financieel) bijkomende kosten die in rekening worden gebracht, bijv. na een niet of te laat betaalde premie, alimentatie e.d.
- het opslaan (van de ogen bijv: oogopslag)
- opslagbedrijf, opslagcapaciteit, opslagkosten, opslagloods, opslagmedium, opslagplaats, opslagrente, opslagruimte, opslagterrein
- Het woord opslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opslag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %