nestelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nes·te·len
Woordherkomst en -opbouw
- van het Middelnederlands nestelen[1], maar via de wortels in het Protogermaans op te vatten als frequentatief gevormd uit nesten met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nestelen |
nestelde |
genesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
nestelen
- inergatief het bouwen van een nest en het grootbrengen van jongen erin, gewoonlijk van vogels
- Op die rots nestelen honderden zeekoeten.
- wederkerend zich ~: plaatsnemen en het zich behaaglijk maken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het bouwen van een nest en het grootbrengen van jongen erin, gewoonlijk van vogels
Gangbaarheid
- Het woord nestelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nestelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- van het Protogermaans *nist-il-an, een frequentatief afgeleid van *nist-jan "nesten" [1]
Werkwoord
nestelen
- nestelen
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 8
- Werkwoord in het Middelnederlands