Naar inhoud springen

mers

Uit WikiWoordenboek

de mersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mer


  • IPA: /ˈmærs/ (Etsbergs)
  • mers
  • Combinatie van mer en een genitief-es.

mers o

  1. (Hooglimburgs) de oogpijn die veroorzaakt wordt door te lang naar een scherm als van een televisie of computer te kijken.
    «Es ich de gansen daag aan g'm wèrkshólpe zèt, bekómme 'ch merske
    Als ik de hele dag voor de computer zit, krijg ik een beetje oogpijn die veroorzaakt wordt door te lang naar het scherm te kijken.