loofboom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  loofboom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• loof·boom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  loof  en  boom 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	loofboom	loofbomen
verkleinwoord	loofboompje	loofboompjes

Zelfstandig naamwoord

loofboom m

1. (biologie) boom met bladeren
2. (biologie) bladverliezend boom

Antoniemen

• [1] naaldboom
• [2] groenblijvend boom

Vertalingen

    1. gebladerde boom   

Catalaans: planifoli (ca) m Duits: Laubbaum (de) m Engels: broad-leaved tree (en)

Frans: feuillu (fr) m Italiaans: latifoglia (it) v Spaans: planifolio (es) m

    2. bladverliezend boom   

Catalaans: caducifoli (ca) m Duits: Laubbaum (de) m Engels: deciduous tree (en)

Frans: arbre caducifolié (fr) m, arbre à feuilles caduques (fr) m Italiaans: caducifoglia (it) v Spaans: árbol caducifolio (es) m

Gangbaarheid

• Het woord loofboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "loofboom" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.