naaldboom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naald·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naaldboom naaldbomen
verkleinwoord naaldboompje naaldboompjes

Zelfstandig naamwoord

de naaldboomm

  1. conifeer (kegeldrager)
    • De meeste coniferen zijn bladhoudend, maar er zijn ook enkele soorten die 's winters de naalden verliezen, zoals de lariks, de watercipres en de moerascipres. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be