laboratorium

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·bo·ra·to·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘werkvertrek voor technisch onderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1711 [1]
  • afgeleid van het Latijnse laborare (werken) met het achtervoegsel -orium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord laboratorium laboratoriums
laboratoria
verkleinwoord laboratoriumpje laboratoriumpjes

Zelfstandig naamwoord

laboratorium o

  1. ruimte voor wetenschappelijk onderzoek
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen