kweek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kweek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tarwegras’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kweek | kweken |
verkleinwoord | kweekje | kweekjes |
Zelfstandig naamwoord
kweek
- m het kweken, het gekweekte
- Hij houdt zich bezig met de kweek van cichliden.
- v/m (plantkunde) Elytrigia repens
een grassoort die in de tuin een lastig uit te roeien onkruid is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
2. een grassoort die in de tuin een lastig uit te roeien onkruid is
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kweken |
kweek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kweken
- Ik kweek.
- gebiedende wijs van kweken
- Kweek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kweken
- Kweek je?
Gangbaarheid
- Het woord kweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kweek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- kweek op: soortenbank.nl