lepelblad
Uiterlijk
- le·pel·blad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelblad | lepelbladen |
verkleinwoord | lepelblaadje | lepelblaadjes |
het lepelblad o
- holle deel van een lepel
- (plantkunde) benaming voor kruisbloemige planten van het geslacht Cochlearia
- (gereedschap) deel van een boor waarin het boorijzer zit
- [2] lepelbladziekte
2. benaming voor kruisbloemige planten van het geslacht Cochlearia
- Het woord lepelblad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal