kardinaal

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·di·naal
Woordherkomst en -opbouw
  • met het achtervoegsel -aal van Frans cardinal, in de betekenis van ‘hoogwaardigheidsbekleder in de r.-k. kerk’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kardinaal kardinalen
verkleinwoord kardinaaltje kardinaaltjes

Zelfstandig naamwoord

kardinaal m

  1. (religie) hoge geestelijke in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk, hij mag deelnemen aan de verkiezing van een nieuwe paus
  2. (zangvogels) benaming voor vogels uit de geslachten Cardinalis op Wikispecies en Pheucticus op Wikispecies
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kardinaal kardinaler kardinaalst
verbogen kardinale kardinalere kardinaalste
partitief kardinaals kardinalers -

Bijvoeglijk naamwoord

kardinaal

  1. voornaamste
    • De vijf meest kardinale fouten in het Fyra-proces [3] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen