kaakslag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kaakslag    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kaak·slag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kaak zn  en  slag zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kaakslag	kaakslagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kaakslag m

1. klap tegen de kaak (of een ander deel van het gelaat)

   • De vader van een vijftienjarige wildplasser heeft in de nachtelijke uren in Goes een kaakslag aan een agent uitgedeeld. De zoon, die al mee moest naar het bureau om zijn identiteit uit te zoeken, kreeg gezelschap van zijn pa. De 47-jarige vader uit het Belgische Oostnieuwkerke zit echter nog vast wegens de mishandeling. 
   • Dick V.'s advocaat Nico Meijering bevestigt dat de kaakslag aan Holleeder pas onlangs aan de aanklacht is toegevoegd. Het OM wil dat V. ook voor dit feit ook na maandag in voorarrest blijft. Meijering wil verder geen commentaar geven. 

2. een scherpe, beledigende, kwetsende opmerking

Synoniemen

• [1] oplawaai, muilpeer, kinnebakslag
• [2] belediging, hoon, affront

Vertalingen

    1. klap in het gelaat   

Engels: blow in the face (en), smack on the jaw (en),

    1. belediging   

Engels: abuse (en), insult (en)

Gangbaarheid

• Het woord kaakslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaakslag" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.