Naar inhoud springen

initiëren

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 23 aug 2018 om 22:37
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ini·tië·ren, ini·ti·eren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inleiden, invoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1777 [1]
  • afgeleid van het Franse initier (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
initiëren
initieerde
geïnitieerd
zwak -d volledig

initiëren overgankelijk

  1. inwijden, invoeren
  2. het initiatief nemen (tot iets), (iets) in gang zetten
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]