initiator
Uiterlijk
- ini·ti·a·tor
- Naamwoord van handeling van initiëren met het achtervoegsel -ator[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | initiator | initiators initiatoren |
verkleinwoord | initiatortje | initiatortjes |
de initiator m
- Het woord initiator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "initiator" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be