Naar inhoud springen

huurrecht

Uit WikiWoordenboek
  • huur·recht
enkelvoud meervoud
naamwoord huurrecht huurrechten
verkleinwoord

het huurrechto

  1. (juridisch) civielrechtelijk rechtsgebied betreffende de huur en verhuur van woningen en gebouwen
     We leerden die lente veel over het huurrecht. We maakten ons het jargon eigen, leerden de begrippen en gebruikten ze als een schild zodat we even sterk waren als de krachten waartegen we vochten.[1]
     „Bovendien moet het grootste deel van de pijn nog komen voor veel verhuurders. Zij kampen straks mogelijk met leegstanden door de crisis”, zegt Justine van Lochem, huurrechtadvocaat en per september bijzonder hoogleraar huurrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van Lochem verwacht dan ook nog tientallen vergelijkbare zaken de komende tijd. „Dit speelt in heel Nederland”.[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 februari 2022 Weblink bron “Huurstrijd in de rechtszaal: wie betaalt de lasten van de horecasluiting?” (20-06-2020), NOS