held

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • held
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘dapper iemand’ voor het eerst aangetroffen in 1250 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord held helden
verkleinwoord heldje heldjes

Zelfstandig naamwoord

de heldm

  1. mythische of reële persoon die iets buitengewoons heeft gedaan
     Ik vertelde hem eerlijk dat ik geen kracht meer had om de pas over te steken en dat ik het erg fijn zou vinden om het de volgende ochtend samen met hem te doen. Mijn stem smeekte bijna. Hij nam me met een vriendelijke blik van top tot teen op, zei: ‘Waarom ook niet.’ Hij stelde zich voor als Claude en begon zijn tent op te zetten. Wat een held.[3]
  2. rolmodel
  3. hoofdrolspeler in boek, film en dergelijke
  4. kampioen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • held

Werkwoord

held

  1. gebiedende wijs van helde


Nynorsk

Woordafbreking
  • held

Werkwoord

held

  1. tegenwoordige tijd van halde
Synoniemen