hörbar

Duits

Uitspraak

• Geluid:  hörbar    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈhøːɐ̯baːɐ̯/

Woordafbreking

• hör·bar

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van de stam "hören" van het Duitse werkwoord hören met het achtervoegsel -bar

stellend	vergrotend	overtreffend
hörbar	hörbarer	am hörbarsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

hörbar

1. hoorbaar

Zweeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• hör·bar

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van de stam "hör" van het Zweedse werkwoord höra met het achtervoegsel -barmet het achtervoegsel -bar

Naar frequentie	159805

A: nominatief		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald / sterk	g enkelvoud	hörbar	hörbarare	hörbarast
	o enkelvoud	hörbart
	meervoud	hörbara
bepaald / zwak
	alle vormen	hörbara	hörbarare	hörbarast
	bep. enkelvoud bij een mannelijke persoon of een mannelijk dier ook:	hörbara
B: genitief		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald / sterk	g enkelvoud	hörbars	hörbarares	hörbarasts
	o enkelvoud	hörbarts
	meervoud	hörbaras
bepaald / zwak
	alle vormen	hörbaras	hörbarares	hörbarastes
	bep. enkelvoud bij een mannelijke persoon of een mannelijk dier ook:	hörbaras

Bijvoeglijk naamwoord

hörbar

1. hoorbaar

Synoniemen

• förnimbar

Synoniemen

• hörbarligen