graniet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  graniet    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣraˈnit / (2 lettergrepen); /ɣɾaˈni:t/

Woordafbreking

• gra·niet

Woordherkomst en -opbouw

• met het achtervoegsel -iet van Frans granit, dat teruggaat op Italiaans granito "verkorreld", dat weer van het woord grano "korrel" komt (vergelijk Latijn: granum); in de betekenis van ‘hard gesteente’ aangetroffen vanaf 1770

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	graniet	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het graniet o

1. (geologie) hard stollingsgesteente bestaande uit lichtgekleurde, met het blote oog onderscheidbare mineralen

   • Graniet is afkomstig uit gestold magma. 

   ▸ In etappe 2 komen ze door een streek met 2 miljard jaar oud graniet. Dat gesteente bestond al vér voor er complex leven op aarde was!

• 
  1. Een stuk Duits graniet van dichtbij.
• 
  1. Een kei van graniet in Bretagne.
• 
  1. In deze steengroeve in België wordt graniet gedolven.
• 
  1. Een vloer van graniet in Rotterdam.

Hyperoniemen

• stollingsgesteente

Hyponiemen

• houtgraniet

Afgeleide begrippen

• granitisch, granitoïde, granitisatie, granietachtig, granietblok, granietgrijs, granietmarmer, granietrots, granietsteen

Vertalingen

    1. stollingsgesteente bestaande uit lichtgekleurde, met het blote oog onderscheidbare mineralen.   

Standaardarabisch: جرانيت (ar) Baskisch: granito (eu) Bengaals: গ্রানাইট (bn) Bulgaars: гранит (bg) Catalaans: granit (ca) Deens: granit (da) Duits: Granit (de) Engels: granite (en) Esperanto: granito (eo) Estisch: graniit (et) Fins: graniitti (fi) Frans: granite (fr) m Galicisch: granito (gl) Grieks: γρανίτης (el) Hebreeuws: גרניט (he) Hindi: ग्रेनाइट (hi) Hongaars: gránit (hu) Indonesisch: granit (id) Italiaans: granito (it) m Japans: 花崗岩 (ja)

Koreaans: 화강암 (ko) Kroatisch: granit (hr) Lets: granīts (lv) Litouws: granitas (lt) Luxemburgs: Granit (lb) Macedonisch: гранит (mk) Noors: granitt (no) Oekraïens: граніт (uk) Perzisch: گرانیت (fa) Pools: granit (pl) Portugees: granito (pt) Servisch: гранит (sr) Slowaaks: granit (sk) Sloveens: granit (sl) Spaans: granito (es) m Tsjechisch: žula (cs) Turks: granit (tr) IJslands: granít (is) Zweeds: granit (sv)

Gangbaarheid

• Het woord graniet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graniet" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.