golven

Niet te verwarren met: golfen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  golven    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /ˈχɔlvən/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣɔlvən/

Woordafbreking

• gol·ven

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
golven 'ɣɔl.və(n)	golfde 'ɣɔlv.də	gegolfd ɣə'ɣɔlft
zwak -d	volledig

Werkwoord

golven

1. absoluut een golfvormige beweging maken

   • Het graan golfde in de wind. 

Synoniemen

• deinen

Verwante begrippen

• uitwaaien
• wapperen

Hyponiemen

• aangolven, afgolven, meegolven, overgolven, watergolven

Vertalingen

    1. een golfvormige beweging maken   

Duits: flattern (de), wehen (de) Engels: undulate (en)

Noors: vaie (no) Nynorsk: vaia (nn), vaie (nn) Spaans: ondear (es)

Zelfstandig naamwoord

de golven mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord golf

Gangbaarheid

• Het woord golven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "golven" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.