glis

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

glīs m

  1. (knaagdieren) relmuis, zevenslaper
    «Glires pabulum nocte quaerent.»
    Relmuizen zoeken hun voedsel 's nachts.
Verbuiging
Overerving en ontlening