geschiedenislokaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·schie·de·nis·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geschiedenis en lokaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geschiedenislokaal | geschiedenislokalen |
verkleinwoord | geschiedenislokaaltje | geschiedenislokaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
het geschiedenislokaal o
- (onderwijs) een klaslokaal dat ingericht is op en waarin men les geeft in het schoolvak waarin de geschiedenis van de wereld wordt behandeld.
Verwante begrippen
- aardrijkskundelokaal, biologielokaal, economielokaal, godsdienstlokaal, handvaardigheidlokaal, informaticalokaal, muzieklokaal, natuurkundelokaal, scheikundelokaal, sportlokaal, technieklokaal, tekenlokaal, wiskundelokaal
- geschiedenisboek, geschiedenisleraar, geschiedenislerares, geschiedenisles, geschiedenisonderwijs
Gangbaarheid
- Het woord 'geschiedenislokaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.